Een rondreis door de Peloponnesos kan natuurlijk niet zonder een bezoek aan Antiek Olympia, de bakermat van onze Olympische Spelen. Het moderne Olympia is een kleine plaats met een gezellig centrum en een toeristische hoofdstraat (Praxitéli Kondíli) met veel winkels en eettentjes onder een paar imposante bomen. We verblijven in het knusse Pension Posidon, om de hoek van de hoofdstraat en op loopafstand van de archeologische vindplaats. Omdat we er al vroeg zijn, hebben we alle tijd om even rond te wandelen.

Het is rustig in het centrum en de meeste mensen zitten op een terrasje wat te eten of drinken. Als we de hoofdstraat uitlopen, komen we vanzelf bij de vindplaats. Die is deze Eerste Paasdag gesloten, maar vanaf de weg kunnen we een deel ervan zien, vooral het stadion waar de geschiedenis ooit begon. Elke keer wanneer de huidige Olympische Spelen plaatsvinden, vindt hier een ceremonie plaats. Het is nu niet meer dan een zandbak in een oplopend grasveld met één restant van een tribune. Maar de symboliek is natuurlijk enorm. We kunnen zien dat de vindplaats een parkachtige setting heeft, dus we zien er naar uit om er morgen doorheen te lopen.
De restaurantjes in het compacte centrum willen ons met schreeuwerige neonletters, reclameborden en verschoten menukaarten en foto’s naar binnen lokken. Wij laten ons alleen maar leiden door het grote bord met de tekst ‘Vegetarian’ en nemen plaats bij een van de tavernes, waar nog niemand anders zit. Het moet gezegd worden: we eten er heerlijk. Ook ‘s avonds lopen we nog een klein rondje en drinken we wat op een terrasje. Geen idee waar al die mensen ineens vandaan komen, maar het is een drukte van belang.
De volgende dag checken we rond 10:00 uur uit, proppen al onze spullen in de auto en lopen dan naar de archeologische vindplaats. Het is druk in het centrum en de schrik slaat ons om het hart als we niet één, niet twee, niet drie…..maar wel 30 touringcars op de parkeerplaats zien staan!! Een geluk bij dit ongeluk: de meeste mensen zijn alweer op hun weg terug. Zij moeten een turbotour van 2 uur hebben gehad en gaan nu verder naar hun volgende adresje.

Op de vindplaats lopen wij tegengesteld aan de meute en dat geeft veel meer rust. Wat goed geregeld is, is dat vrijwel alle ruïnes zijn afgezet met touw, zodat niemand er op kan klimmen. Geen vervelende mensen op de foto dus. Toegegeven, het moet je aanspreken al die ‘oude meuk’. Tuurlijk is er niet veel meer over van de oefenzaal van de worstelaars, boksers en verspringers, en is van de Tempel van Zeus nog maar één zuil blijven staan. Maar de idee dat deze restanten horen bij de geboorte van de Olympische Spelen, fascineert ons. In het bijzonder dat wij door dezelfde poort (ooit een tunnel) het stadion binnen lopen als onze sportende voorvaderen dat deden. De vindplaats wordt omringd door groene heuvels en rond deze tijd van het jaar staan de bomen en struiken tussen de ruïnes in bloei. Heerlijk dus om even te vertoeven; we lopen al met al ruim drie uur hier rond.
De poort naar het stadion van Olympia (foto: Theodora)
We willen ook nog de plek zien waar tot op heden tijdens elke Olympische Spelen de olympische fakkel wordt ontstoken, maar die ligt buiten het terrein van de vindplaats aan de weg langs het antieke stadion, waar wij niet met de auto mogen komen. We leggen ons er bij neer dat we het niet zullen zien, maar terug bij de auto lopen we onze gastheer tegen het lijf en als we hem vragen hoe we er toch kunnen komen, gebaart hij ons bij hem in de auto te stappen. Inwoners mogen wel met de auto over die weg. Halleluja, ze bestaan nog, die überaardige mensen!
Het wordt een bliksembezoek aan een plek die voor het oog weinig voorstelt, maar we zijn er geweest! Onze gastheer vertelt in zijn beste Frans-Engels vol enthousiasme over alle festiviteiten die hier elke vier jaar plaatsvinden. Trots vertelt hij ook over dat hijzelf als plaatselijke atleet voor de Spelen in 1972 en 1976 als eerste de fakkel heeft gedragen. De fakkel uit 1976 heeft hij in het pension hangen en wil hij ons natuurlijk maar wat graag laten zien. Daar hangen ook de oorkonden die bewijzen dat hij mee rende en ook een foto van hem als 12-jarige met een rol in de ceremonie in het stadion. Als kers op de taart hangt er ook nog een oorkonde van zijn opa, die aan de Spelen in 1936 in Berlijn meedeed. We hebben hier met een olympische grootheid te maken!! We zouden bijna vergeten dat we vandaag nog 76 km hebben af te leggen naar het bergdorp Dimitsana. Met een grote glimlach en stevige handdruk nemen we afscheid van onze gastheer.