Het bezoeken van het openluchtmuseumdorpje Santana, in het noorden van Madeira, en wandelen in natuurpark Queimadas is prima te combineren op één dag. Lees hieronder onze ervaringen over dit mooie stukje van Madeira.
Santana
Het dorp Santana is bekend van de Casas do Colmo; kleine, kleurrijke huisjes met rieten dak. Vroeger stond het dorp er vol van en nog niet eens heel erg lang geleden waren het de traditionele huizen van de boeren. Tegenwoordig zijn er nog maar een paar over en staan in het centrum naast het gemeentehuis enkele replica’s als toeristische attractie. Het is juist de kunst om in het uitgestrekte dorp op zoek te gaan naar die paar originele huisjes die er nog zijn. Je vindt er in ieder geval twee als je de straat tegenover de apotheek naar beneden loopt en een wat minder kleurrijke aan de Rua João Abel de Freitas Médico, een zijweg van de VR1.

Queimadas
Vanuit Santana is het een korte, maar steile rit op een steeds smaller wordende weg tussen de hortensia’s en Afrikaanse lelies naar het op 900 meter hoogte gelegen natuurpark Queimadas. Dit is een geweldige bestemming voor zowel korte als lange wandelingen of om gewoon wat te relaxen. Startpunt zijn de twee rietgedekte gebouwen (een wc gebouwtje en een weinig gebruikte accommodatie) aan het einde van de weg, waar tevens de auto geparkeerd kan worden. Links volgt een makkelijk begaanbare 2,1 km lange bosweg een levada naar het gehucht Pico das Pedras. Dit pad is “um caminho para todos”, ofwel een pad voor iedereen. Geen fratsen dus en geschikt voor mensen met hoogtevrees. Doordat in het pad hier en daar wortelen en stenen uit steken, is het bij nat weer wel oppassen voor gladheid.

Rechts, voor de twee rietgedekte gebouwen langs, leidt wandelroute PR 9 langs de Levada do Caldeirão Verde en door vier korte tunnels naar de Caldeirão Verde waterval (13 km v.v.) en eventueel nog 2 uur verder naar de Caldeirão do Inferno. De wandeling staat ondanks het vlakke verloop als tamelijk moeilijk te boek vanwege het oneffen en soms smalle pad en de lastige tunnels. Voor wie de wandeling niet volledig kan of wil uitlopen, kan net als wij een klein stuk lopen, dat al zeer goed een impressie geeft.

Door de constante aanwezigheid van water – de levada is in optima forma en het water lijkt op sommige plekken uit de met mos en rotsplanten bedekte wanden te gutsen – is de wandeling opmerkelijk groen. Zoals vrijwel elk begin makkelijk is, is dat van deze wandeling ook. Het bospad is breed en nagenoeg egaal. Na een paar minuten wordt het pad door stenen en wortels onregelmatig en ook een stuk smaller, zodat een draadafrastering nodig wordt. Het water uit de wanden levert op sommige plekken wat plassen en modder op waarbij het uitkijken is. Maar echt gevaarlijk is het niet.

Waar aan de kapotte afrastering te zien in het verleden het pad de levada bleef volgen, is nu een kleine ‘omleiding’: met een paar treden dalen we een stukje af naar wat lijkt op een oorspronkelijk beekje dat nu droog ligt. Meteen gaat het pad ook weer omhoog om weer de levada te volgen, maar wij vinden dit een prachtige plek om te stoppen en weer terug te keren. We kijken tegen een enorme groene bergwand op waaruit meerdere waterstroompjes vloeien. De kleuren zijn fantastisch.

We deden er 50 minuten over om tot hier te komen, maar als je niet zoveel tijd nodig hebt voor foto’s en indrukken, is het makkelijk in een klein halfuurtje te doen.