We verlaten Vancouver en we willen op tijd de veerboot naar Vancouver Island halen. Het weer laat nog duidelijk de nasleep van de druilerige dag van gisteren zien, maar het is droog. Dit verandert als we bij de veerboot aankomen: laaghangende bewolking en het miezert. We halen een veerboot eerder dan gepland, maar die vaart alsnog laat uit vanwege een of ander noodgeval. Van de mooie vaarroute langs de Gulf Islands zien we weinig door de dikke mist.
Victoria

Het is een zonovergoten dag met zo’n 19 graden, een perfecte dag om Victoria te verkennen. We vinden een parkeerplaats aan de rand van Chinatown en lopen daarvandaan over wat koloniale straatjes en pleintjes naar Inner Harbour, de bezienswaardige binnenhaven van de stad. Hier staan het imposante Empress Hotel en het statige parlementsgebouw, dat ‘s avonds prachtig is verlicht met duizenden lampjes. Een beetje natuur snuiven we op in het stadspark, waar de ene na de andere eekhoorn voorbij schiet. Vanaf de lookout in het park zou je mooi zicht moeten hebben op zee, maar voor ons gooit dikke mist roet in het eten.
Omdat Victoria een vrij compact centrum heeft, hebben we gisteren eigenlijk alles al wel gezien. Vandaag verlaten we daarom voor een paar uur het stadse leven en rijden 16km noordelijker naar Goldstream Provincial Park. De parkmedewerkster verzekert ons dat we niet bang hoeven te zijn voor beren. Ja, ja, op het nieuws zagen we toch echt dat in een stadje even verderop een zwarte beer in de tuinen van bewoners scharrelde en men voorspelt een uitzonderlijk hoge berenpopulatie in zuid Vancouver Island dit jaar. Maar goed, na wat aarzelingen en stomme grappen gaan we goed op pad. Eerst naar de 47.5 meter hoge Niagara Falls, niet te verwarren met grote broer of zus bij Toronto. Daarna treden we in de voetsporen van de goudmijners met een stevige wandeling en klim over de Goldmine Trail. De dag eindigt met regen en ‘s avonds gaan we nog een uurtje naar Victoria’s Inner Harbour, speciaal voor het verlichte parlementsgebouw. Het is dan gelukkig al weer droog.
Chemainus

Het plaatsje Chemainus staat bekend om zijn veelzijdige muurschilderingen. Ooit begonnen in de jaren 1980, zijn de afgelopen 30 jaar heel wat muren prachtig beschilderd in dit knusse stadje. Gewoon op de muren van winkels en woningen, maar wel met een verhaal. Apart om te zien. Vanaf hier hebben we nog een flinke rit voor de boeg naar Campbell River, waar we aan het begin van de avond aankomen bij ons eerste B&B van deze reis. We maken hier kennis met een nieuw fenomeen: fraai verlichte cruiseschepen die ‘s avonds voorbij varen. Het is echt een bezienswaardigheid, waarop onze gastheer Doug ons maar al te graag attendeert.
Strathcona Provincial Park

Doug heeft een heerlijk ontbijtje klaargemaakt, dat we rustig onder het toeziend oog van de twee huishonden nuttigen. We kunnen de energie goed gebruiken voor deze dag, die we in Strathcona Provincial Park gaan besteden. Centraal in dit park staat het enorme Buttle Lake, omringd door bergen die begroeid zijn met sparren. De hoogste berg van Vancouver Island (2200 meter) bevindt zich ook in dit park, maar daar is niet dichtbij te komen. We hebben prachtig weer en omdat het vrijwel windstil is, is het water van de meren als spiegels (perfect voor mooie reflexiefoto’s). De bossen hebben verschillende kleuren groen en het water is kristalhelder. Eigenlijk komt er van lange wandelingen niet zo veel, we maken alleen een korte boswandeling naar een waterval en daarbij breekt ons al bijna het angstzweet uit door de gedachte dat we een beer kunnen tegenkomen.
Telegraph Cove

We moeten vroeg op en nemen afscheid van onze gastheer en -vrouw (en de twee honden, twee katten en twee parkieten) omdat we een aardige afstand naar Telegraph Cove moeten afleggen, het noordelijkste plekje waar wij zullen komen op dit eiland en waar we die middag een walvisexcursie op het programma hebben staan (we hopen orka’s te zien).
De excursie valt wat het weer betreft behoorlijk in het water, maar we zien wel Humpback walvissen, althans de rug en staartvin daarvan. Zelf één heel dichtbij. Orka’s laten zich niet zien, dat hebben wij dan weer. Als we terug rijden wil John nog even bij een picknickplek stoppen voor een mooie foto. Onbedoeld wordt het het hoogtepunt van de dag: wat nou walvissen, bij de picknicktafel staat een heuse zwarte beer in het gras!! John durft als eerste de auto uit te stappen en op nog geen 10 meter van het beestje foto’s te nemen. Het dier kijkt af en toe op, maar heeft verder (gelukkig) alleen maar oog voor het gras.
Campbell River

We zijn maar één nachtje in Telegraph Cove, dus vandaag rijden we hetzelfde stuk weer terug naar Campbell River. We hebben een ander onderkomen dan het B&B dat we de eerste dagen hadden; nu hebben we een eigen huisje met alles erop en eraan én dichterbij het water. We houden het verder rustig vandaag, maken alleen een flinke wandeling naar de jachthaven en visserspier die 200 meter in het heldere water loopt. Zodra het donker wordt, houden we de cruiseschepen weer in de gaten.
De volgende dag slapen we uit, ontbijten rustig en gaan pas rond half 12 naar Elk Falls Provincial Park, slechts zo’n 3km buiten het stadje. We lopen een flink stuk langs de Campbell River, dat vol zit met alle soorten zalm. Het plaatsje noemt zich dan ook ‘Zalmhoofdstad van de wereld’. Echt goed zien, doen we de vissen niet, ze zijn goed beschut in het heldere maar hard stromende water. Door het bos (pas op voor beren!) lopen en klimmen we naar de krachtige waterval die de naam aan dit park geeft (Elk Falls dus). We moeten even schuilen tegen de regen voordat we dezelfde weg terug wandelen. Hebben we toch mooi zo’n 7km in de benen!
Afscheid van Vancouver Island
De ferry gaat ons vandaag weer terugbrengen naar het vaste land van British Columbia. Hiervoor moeten we 50km zuidelijker rijden en in die tijd maakt de zon alweer plaats voor donkere, laaghangende wolken. We nemen afscheid van Vancouver Island.