Naar Coral Bay
Om 8:20 uur vertrekken we. We maken eerst even een foto van de camper aan zee en we moeten tanken. We willen bij de pomp ook even de olie controleren, maar – en dit klinkt heel erg raar – we kunnen de motor niet vinden. We schakelen de hulp van de pomphouder in en hoewel die dit type camper niet kent, gokt hij erop dat we onder de passagiersstoel moeten zijn. En inderdaad, wie denkt daar nu aan? Maar goed, weer iets geleerd. De olie staat op prima niveau.
We moeten dezelfde 130 km terugrijden naar Overlander Roadhouse, maar we stoppen na 45 km even bij Shell Beach. Dit strand van 60 km lang op het smalste stuk van het eiland bestaat uit alleen maar kleine witte schelpjes, op sommige plekken in een laag van enkele meters hoog. Het azuurblauwe zeewater steekt prachtig bij het witte strand af, we wanen ons op een bounty-eiland. We zijn ook helemaal alleen. De rit over de North West Coastal Highway (1) naar Coral Bay is weer een lange, saaie en eentonige. Het is al snel bloedheet. Er is niets spannends onderweg, het landschap is gortdroog en er liggen ontzettend veel dode kangoeroes langs de weg. We zien regelmatig enorme roofvogels ervan smullen. Het lijkt alsof we alleen op de wereld zijn, zo weinig mensen rijden hier. Pas na 330 km, in Carnarvon, nemen we pauze. We parkeren bij de supermarkt om er een boodschap te doen. We moeten met onze slurper drie keer tanken, maar dat komt ook omdat we bij elke mogelijkheid dat gewoon voor de zekerheid doen, ook al is de tank maar half leeg. Zo′n 30 km na de afslag naar Coral Bay passeren we – net als vijf jaar geleden – de Steenbokskeerkring en bevinden we ons daarna officieel in de tropen. Hiervandaan is het nog ongeveer 60 km naar Coral Bay.
Leek het op de weg er naartoe alsof we de enigen op de wereld waren, ter plekke krioelt het van de mensen. Coral Bay is erg toeristisch, eigenlijk bestaat het alleen maar uit toeristen en zijn er geen vaste bewoners. Veel mensen kiezen er hierom voor door te rijden naar Exmouth. De camping van onze eerste voorkeur zit vol maar bij Bayview kunnen we er nog wel bij. We vragen om een schaduwrijke plek en die wordt ons ook vriendelijk toegewezen, maar ter plekke blijkt dat ze daarop hier toch een andere kijk hebben. De zon staat vol op deze plek en de bomen staan aan de verkeerde kant. Bijdehand als we zijn, lopen we terug naar de receptie. We hebben mooiere plekken gezien en vragen of die beschikbaar zijn, maar die blijken te zijn gereserveerd. We moeten het er mee doen en hopen maar dat het snel afkoelt. Even later blijkt dat onze achterburen – een gezin van een man of vijf – van die luidruchtige typetjes zijn. De volumeknop van de radio is aardig opengedraaid en er wordt vrolijk meegezongen. Nou ja, het kan erger. Leuk is wel hun rainbow lorekeet, die we af en toe “hello′ horen zeggen. Zelfs tegen een onschuldige, rondscharrelende kuifduif.
Coral Bay
We kunnen lekker uitslapen, al is dat niet later dan half 9. We hebben een rustig ochtendritueel en lopen pas rond 10:30 uur naar het strand voor een goede plek om te snorkelen. Dat zou achter de heuvel moeten zijn. We maken vandaag voor het eerst kennis met het Ningaloo Reef, het grootste westelijk gelegen koraalrif op slechts enkele tientallen meters van de kust. Patricia waagt zich twee keer in het water, John maar één keer heel kort omdat zijn duikbril steeds volloopt met water. Het is prachtig wat we zien, maar de kleur zit ‘m vooral in de vissen en niet in het koraal zelf. Dat was bij het Great Barrier Reef aan de oostkust wel anders. We zien ook flinke drollen op de zeebodem liggen en concluderen dat dat zeekomkommers moeten zijn. Het is best griezelig om zo dicht boven het koraal te zwemmen; er zijn veel diepe en donkere plekken en god weet wat daar allemaal vandaan kan komen. Er staat veel wind, dus het is verder niet echt een lolletje om lang op het strand te blijven.
Om 13:40 uur zijn we dan ook weer terug bij de camper, waar we lunchen en allebei diep in een boek verdrinken. Na het douchen lopen we naar het uitkijkpunt op de heuvel om naar een prachtige, wolkenloze zonsondergang te kijken. Daarna gaan we nog een uurtje internetten (in de plaatselijke snackbar) en doen we eens gek: we koken voor het eerst niet zelf, maar we doen ons te buiten aan een heuse familysize vega campingpizza van het Reef Café. Hij smaakt nog goed ook!
Coral Bay
Ook vanochtend doen we het zonder wekker, maar het leven op een camping is natuurlijk niet zoals de rust thuis. We zijn van plan om vandaag het koraalrif van Coral Bay met een glasbodem kayak te verkennen. John pakt zich helemaal van top tot teen in tegen de zon en trotseert zo de warmte. Maar de verhuurder op het strand raadt het ons erg af (eigenlijk zegt ie gewoon: komt niets van in) omdat er een aflandige wind staat en dan zijn we alleen maar bezig met naar de kust terug roeien. Eerlijk van ‘m, zo zijn ze hier dan wel weer. Misschien vanmiddag. Maar dat gokken we bij nader inzien toch maar niet en informeren op diverse plaatsen of er nog een plek vrij is op een glasbodem boot excursie vanmiddag. Daarmee komen we veel verder het water op. Gelukkig kunnen we om 14:00 uur terecht bij Sub Sea Explorer. Tot die tijd ontspannen we bij de camper.
We zitten maar een uurtje op de boot, met een stuk of tien andere mensen. Het is mooi wat we zien, maar ook we krijgen bevestigd dat de kleur ′m vooral zit in de vissen. Af en toe zien we paars en geel koraal, maar verder is het bruin. Door het raampje heen is het lastig om foto′s te maken, omdat de boot constant in beweging is. We stoppen even om de “sniper” een vissoort met opvallend dikke lippen te voeren. Dan zien we hoe dichtbij van de kust we eigenlijk varen. Patricia is gisteren aardig in de buurt geweest met snorkelen. Na de excursie lopen we nog heel even langs het mooie blauwe water en het is zeer aanlokkelijk om even lekker op het strand te gaan luieren, maar Patricia heeft geen zin om dat alleen te doen. In plaats daarvan relaxen we weer bij de camping. We eten makkelijk en zijn vanaf de op het strand ingerichte picknickplekken weer getuigen van een mooie zonsondergang.