Naar Fitzroy Crossing
Oorspronkelijk stond vandaag Windjana Gorge N.P. in de planning, maar we weten inmiddels dat het park voor ons niet te bereiken is vanwege de onverharde weg. Midden in de bush overnachten, is er dan helemaal niet bij. We besluiten ook Derby te laten voor wat het is en naar Fitzroy Crossing te rijden, in de hoop daar een auto te kunnen huren om later alsnog naar Windjana te kunnen gaan. We vertrekken om 9:40 uur en halen eerst wat te eten voor onderweg bij de Subway. Het is gelukkig niet zo′n hele verre reis, net geen 400 km. Maar wel weer over die eeuwige Highway 1. We pauzeren één keer om te tanken en te lunchen. Onderweg maken we kennis met een landschap vol boabs en voor het eerste in twee weken zien we weer eens wolken. Ook is er langs deze route erg veel platgebrand, al dan niet bewust.
Ineens is daar Fitzroy Crossing, een gehucht van een paar straten in de middle of nowhere. We gaan eerst maar het visitor centre binnen. Daar krijgen we te horen dat het in Fitzroy Crossing niet mogelijk is om een auto te huren. Me dunkt in zo′n kleine plaats. Maar eigenlijk hadden we onderweg al twijfels over of we dat wel zouden doen, want Windjana Gorge NP is hier zo′n 150 km vandaan. Dat rijd je dus niet even voor de lol heen en weer. We kunnen ons er dus al vrij snel overeen zetten en informeren gewoon naar Geikie Gorge hier in de buurt, die we in plaats daarvan kunnen bezoeken.
![Fitzroy Crossing - Volledig afgesloten van de buitenwereld [Foto: http://www.abc.net.au/]](http://www.abc.net.au/reslib/201103/r735923_5975404.jpg)
We checken in bij de enige camping die het dorp rijk is, Fitzroy River Lodge aan de andere kant van de Fitzroy River. Het hotel- en chaletgedeelte van de camping staan op palen, de camping is niet beschermd tegen het wassende water van de Fitzroy River, dat nog maar drie maanden geleden weer het dorp volledig van de buitenwereld isoleerde. Waarom wonen mensen hier als ze ieder jaar enkele weken moeten vrezen voor hun huis en haard en leven? Het is ons een raadsel. Opvallend is wel, dat alle bewoners Aboriginals zijn. Alleen degenen die in de toeristensector werken – de dames van het visitor centre en de lodgereceptie – zijn blanke Australiërs. Aan het meisje bij de receptie vraagt Patricia hoe ze hier zo verzeild is geraakt. Ze blijkt een Canadese op doorreis en is hier even blijven hangen om wat te verdienen. Ze woont en eet gewoon in de lodge. Onze staanplaats kunnen we zelf uitkiezen. Er staan gelukkig aardig wat bomen op het terrein, dus veel kan er niet mis zijn aan een plaats en ze zijn lekker ruim. We een kiezen een plek een beetje achteraan, tegenover de overdekte barbecueplaatsen. Er is geen reden om de camping weer te verlaten, dus we luiden lekker rustig de avond in.
Geikie Gorge NP
De wekker gaat al om 6:00 uur. We willen om ongeveer half 8 in Geikie Gorge NP zijn om rustig te wandelen op een koel moment van de dag en daarna om 9:30 uur een boottocht over de Fitzroy River te maken. Het NP ligt op slechts 18 km van Fitzroy Crossing en gelukkig gaat er een geasfalteerde weg naartoe. We zijn er om ongeveer 7:45 uur en we besluiten om toch nu met de boot mee te gaan en daarna te wandelen. We blijken zo vroeg niet de enigen te zijn, maar het kan zeker nog drukker. De gorge is prachtig, zeker met de rivier er doorheen, maar met 30 meter niet zo diep als andere gorges die we hebben gezien. We worden getrakteerd op behoorlijk wat zoetwaterkrokodillen die lekker liggen te luieren in de zon. We hebben plaatjes gezien van hevige overstromingen van de rivier, waarbij Fitzroy Crossing compleet van de buitenwereld is afgesloten. Slechts enkele maanden geleden nog (maart) was het ook zover! De informatiehut geeft verschillende niveaus aan tot waar het water de afgelopen jaren is gekomen. Soms wel tot aan de nok! Onvoorstelbaar nu, want het is heet en droog en het niveau van de rivier is normaal.
Voor de Reef Walk die we na de boottocht doen, staat maar 1,5 uur maar de wandeling is zwaar omdat het zo vroeg al hartstikke warm is en we een klein stukje door mul zand moeten lopen. De route voert niet dicht langs de rivier, dus dat zoeken we zelf maar even op. We proberen de krokodillen te spotten, die we vanaf de boot zagen liggen. Terug bij de informatiehut koelen we eerst even flink af voordat we ook nog de veel kortere River Walk lopen. In die tijd raakt het bewolkt en is het wat aangenamer. Klef en warm komen we terug op de camping. Als we opgefrist zijn, maken we kennis met Kees en Bep (Casey en Elisabeth), een Nederlanders echtpaar dat al 45 in Australië woont. Hun camper is schuin tegenover de onze komen te staan en verraadt de Nederlandse afkomst door de Nederlandse vlag en een klomp. Dat blijkt ook hun achternaam. Kees zit vol spannende verhalen en heeft slechts “gehoord” van de stad Almere. Ze zijn een jaar of 20 geleden voor het laatst in Nederland geweest en hebben dat hoofdstuk eigenlijk gesloten. Hun volwassen kinderen hebben Nederlandse namen, maar spreken de taal niet of nauwelijks. We draaien een was en in de lobby van de lodge zitten we een uurtje aan het internet. We kijken of het leuk is om hier ook een hapje te eten, maar de menukaart biedt niets bijzonders tegen te hoge prijzen, dus we koken weer lekker zelf.