Naar Batchelor (Litchfield NP)
We slapen spontaan tot 9:00 uur uit, een record! Het betekent wel dat we ons ochtendritueel iets moeten opschroeven, want we moeten om 10:00 uur uitchecken. Nou ja, het wordt uiteindelijk een half uurtje later, geen man overboord. Via de Arnhelm Highway (36) rijden we Kakadu NP uit. De route van vandaag gaat heel ver richting onze eindbestemming Darwin, maar gelukkig is het nog niet zo ver en hebben we nog even. We nemen de afslag naar Window of Wetlands in de hoop hier mooi te kunnen lunchen, maar het uitzicht valt tegen. We nemen niet eens de moeite om het bezoekerscentrum in te lopen. We twijfelen heel even of we iets verderop een Jumping Croc Cruise willen maken, maar nee. De afslag naar Fogg Dam missen we en we vinden het niet de moeite om er naar te zoeken. Het is nl. nog een stukje rijden naar Batchelor, aan de rand van Litchfield NP. Niet veel later horen we op de radio toevallig (we zijn nl. lekker aan het kletsen) over het overlijden van Michael Jackson. We zetten ′m snel harder en luisteren sprakeloos. Bizar, vijf jaar geleden was het Queenmum Juliana die tijdens onze reis door Australië overleed.
Op slechts 35 km van Darwin kunnen we een afslag naar het zuiden nemen. Via de Stuart Highway (1) en Batchelor Road bereiken we om ongeveer 15:00 uur Litchfield Tourist & Van Park, zo′n 14 km buiten Batchelor maar op een steenworp afstand van het nationale park. Ook hier kunnen we onze eigen plaats uitkiezen en gelukkig vinden we een mooie, schaduwrijke plek aan de linker kant. Na het markeren van onze plek rijden we terug naar Batchelor. De camping ligt hier een aardig eindje vandaan, maar het is te doen. We hopen bij de plaatselijke bibliotheek (tevens school) te kunnen internetten, maar die blijkt gesloten. Bij het provisorische informatiepunt (lees: bouwkeet die toch nog bemand is met 2 personen) vragen we naar een alternatief. Het blijkt bij Batchelor Butterfly Farm te kunnen. Leuk dat we weten dat die er is, kunnen we wellicht ook nog bezoeken als we tijd over hebben. We nemen onder het genot van een vers sapje een uurtje de tijd om te internetten. ′s Avonds bereiden we ons voor op wat we morgen kunnen gaan zien, omdat een deel van de wegen weer onverhard is. Het lijkt mee te vallen, dus we zullen zien.
Litchfield NP
Vandaag verkennen we wat Litchfield NP te bieden heeft. Om 8:30 uur gaan we op pad en rijden stuk voor stuk de bezienswaardigheden af. Wat dat betreft zijn we dankbaar dat er een goede geasfalteerde weg is aangelegd, die we alleen maar hoeven te volgen. We komen eerst bij de Termite Mounds, een verzameling metershoge, grijze termietenheuvels in een veld van dor gras. Het lijken wel grafstenen. Ze zijn makkelijk te zien vanaf een korte boardwalk vanaf de parkeerplaats. Juist aan de andere kant van de parkeerplaats staat de grootste termietenheuvel die we kunnen zien en we leggen die dan ook vrolijk vast op de gevoelige plaat.
De volgende stop zijn de Florence Falls, twee niet zo heel hoge watervallen naast elkaar, waar onder je lekker kunt poedelen. Dat laatste doen we hier nog niet, hoewel dat met deze hitte wel heel verleidelijk is. Eerst willen we nog meer zien van het park. We lopen wel de mooie Shady Creek Walk door tropisch woud naar het poeltje (we zijn jaloers op de zwemmende mensen) en weer terug, en aanschouwen de watervallen vanaf het uitkijkpunt van bovenaf. Een prachtig gezicht, deze groene omgeving. Op de weg terug willen we langs Buley Rockholes, een aantal rotspoeltjes op drie of vier niveau′s in Florence Creek. Maar op de parkeerplaats zien we al dat het razend druk is, dus hier komen we op de terugweg naar de camping wel weer. Een stukje verder rijden brengt ons bij de Tomer Falls, een van de hogere watervallen in het park. Het is niet mogelijk om bij de voet van de waterval te komen en er te zwemmen, we moeten er vanaf een afstandje naar kijken. Op het uitkijkplateau is geen schaduw, dus John houdt het al heel erg snel voor gezien. Maar er is toch geen reden om hier lang te verblijven, tenzij een wandeling van ongeveer anderhalve kilometer op de agenda staat. Ten slotte komen we bij de Wangi Falls, ook twee watervallen naast elkaar, maar beduidend hoger dan de Florence Falls. Als we de parkeerplaats aflopen, valt ons oog op een paar kleurrijke borden in een hoek. Het blijken protestborden van Aboriginals te zijn. Van henzelf is geen spoor te bekennen. We lezen dat wij hun heilige land betreden en wie geeft ons dat recht? Een rake confrontatie die we hen niet kwalijk kunnen nemen. Ze hebben eigenlijk groot gelijk. Toch weerhouden de borden ons er niet van om hier wel een lekkere duik te nemen. Wat is dat een verademing! Het is er heel druk (dus op de krokodillenwaarschuwing hoeven we blijkbaar geen acht te slaan), maar dat komt ook omdat bij de poel een soort van picknickparkje is, waar menig gezin zich comfortabel heeft geïnstalleerd. Het is bovendien weekend en Litchfield wordt dan overspoeld door stedelingen die er een dagje op uit gaan. De jongelui zijn vooral bezig om onder de watervallen te zwemmen en op de rotsen te klimmen en daarvan af te duiken. Zij liever dan wij.
Na zo′n drie kwartier zijn we genoeg afgekoeld en is het tijd voor een lunch. We rijden naar het iets verderop gelegen Monsoon Café, dat nu Litchfield Café blijkt te heten. De beste plekken op de veranda zijn natuurlijk al bezet, maar we kunnen nog een plaats bemachtigen op het gras, onder een soort van doek. Binnen is het niet echt gezellig, maar het belangrijkste is dat ze zelfs een heuse veggieburger serveren! Als we net een paar happen van onze lunch hebben genomen, zien we prompt Janet en Ernst aanlopen, die we eerder in Tom Price ontmoetten. Ongelooflijk, wat een toeval! We hebben natuurlijk heel veel bij te praten over de afgelopen drie weken. Ze zijn eigenlijk grotendeels op dezelfde plekken geweest, al hebben zij met hun 4wd camper de mogelijkheid gehad om meer van de outback te zien. Zo hebben ze de Gibb River Road gereden en zijn ze het Mitchell Plateau op geweest. Hun ervaringen met kamperen in de outback, ontmoetingen boven een kampvuur en het avontuur van onbegaanbare wegen spreken ons natuurlijk erg aan, maar ja, soms moet je keuzes maken. Wie weet komen we hier ooit nog eens terug. Op het parkeerterrein van het café krijgen we van Janet en Ernst wat etenswaren toegestopt, die zij toch niet meer gebruiken, en ook een paar reisboeken om alvast mee terug te nemen naar Nederland. Het bijpraten heeft zoveel tijd in beslag genomen, dat we ons een beetje moeten haasten om nog wat van de Buley Rockholes te zien. Het is er beduidend rustiger dan vanmorgen. We zien vooral jongeren lekker poedelen en duiken in de poeltjes. Het is een mooie plek om op een warme dag tot zonsondergang te blijven genieten.
Het is al schemerig als we terug zijn bij de camping. We kunnen niet meer naar het thuisfront bellen omdat we hier geen bereik met onze mobiele telefoon hebben en Telstra radicaal het beltegoed al heeft laten vervallen (dus niet vanavond om 12 uur pas). Als Patricia tijdens het koken zich omdraait om weer even naar buiten te stappen, wordt ze opgeschrikt door een enorme spin boven de deur ín de camper! Hij of zij heeft zeker een spanwijdte van een centimeter of 7, formaat tarantula. Waar komt dat beest ineens vandaan, net zat ie er nog niet?! Ze zeggen wel eens, als er één is, zijn er vaak meer…. De spin is grijs, net als de wandbedekking van de camper. Het is dus nog een geluk dat Patrice de spin überhaupt heeft gezien en er niet met haar handen in graait. Gegil komt er niet aan te pas, maar een sprintje de camper uit wel. John heeft niets in de gaten, dus moet Patrice hem rustig informeren. “Schatje….”. “Ja?” “Er zit een hele grote spin in de camper”. Vanaf de achteringang van de camper bekijkt John het beest en is ervan onder de indruk. Hij mag de held spelen: bedeesd plaatst hij er een glas op en laat dat op een kartonnetje glijden. Allebei bewonderen we het beest van dichtbij en natuurlijk moet er een foto gemaakt worden. Daarna verdient het beestje zijn of haar vrijheid terug….ver van de camper vandaan. John kiest voor de klusloods die tegenover het douche- en toiletgebouw staat. Bij terugkomst is hij zo eerlijk om te vertellen dat de spin niet zomaar met zich liet sollen en dat er twee andere volwassen kerels en een tuinhark aan te pas moesten komen….En nee, niet om ′m te pletten!